Screenshot of the first lines of the poem "Rafelstad" by Wouter van Waning

Rafelstad

Een ode aan jou

Jij lelijk stuk prairie

Lelijk stuk weidegrond vol vers gepoot beton

God wat ben je lelijk

En wat ben je mooi

Je bent onze enige overgebleven negro spiritual

Elke cubicle

De kijkdoos naar een betere toekomst

Een levensgrote maquette

Waar we simpelweg nog harder in zijn gaan geloven toen we je lelijkheid zagen verrijzen

Rafelstad jij bent

Paper-scissor-stone in perpetuum Sprinkhanenplaag in slowmotion

Je bent een obese vrouw

Elke ringbaan een nieuw ceintuur

Ben je nog altijd mooier dan je oude broer Zijn rafels met gouddraad verstikt

Maar waar de hoer ’s nachts schittert

Schitter jij overdag

Je wordt pas mooi als ik diep in je ben

Dan pas voel ik wat alle jongemannen die je nemen voelen

De rechte sloten kroos de groene lopers waar Mozes ons in voorgaat Groene kinderkoppen

Kopjes

Van kroost dat het beter zal hebben dan wij

En als ik daaraan denk ruikt je adem weer goed

Rafelstad

Ongelukkige

Geraakt door de staart van de Fenix

Toen zij de stad uit haar as herrees

Vier wiellengtebanen van hier

Vier twijgen die nooit op gras geland zijn

Vier landgeboortekaartjes in het prospectus

Is elke boom displaced

Zoals het woord displaced zo verschrikkelijk displaced is

Och, woelig rafelrandtextuur

Je bent al we hebben

Je bent al we hebben en maken

Dromen zonder wortels zijn wat ze zijn, dromen

Bij jou zal er niks achterblijven

Niks dan afgescheurd horgaas

Nog voor de wind uitgeblazen

Is de plaag voortgeschreden

Een nieuwe strook gestoken

Een nieuwe eed gesproken

Aan onze geliefde

Rafelstad

Rafelstad

Waar je ook bent

De waarheid openbaart zich

Aan de rafel

Maar wat niet wacht

Is nooit vertrokken

Wat niet leeft

Blijft altijd bestaan

En wat niet kronkelt

Zal nooit in de stroom opgaan

Rafelstad

Chef's pick
Download
"Rafelstad"